zondag 21 juni 2020

Hoofdstuk 1: Storytelling Art. Deel 4 (Slot van dit deel)

Vervolg op: Deel 3

We komen dichter bij de kracht van strips in relatie met verhalen.


Vertellers kunnen manipuleren, interesseren, indoctrineren, kalmeren, genezen, ontspannen, verwarren, overtuigen, voorbereiden en nog zo veel meer. 
Verhalen kunnen evengoed voorbereiden: Amerika deed in de strip al mee aan de oorlog nog voor dat officieel het geval was: Captain America verkoopt Hitler een dreun in Captain America Comics #1 (maart 1941)[1]. Vijf maanden later krijgt Hitler klappen van Daredevil (juli 1941) in het eerste nummer van Daredevil Comics[2] (Lev Gleason Publications). De reactie van de SS op Superman toont de kracht van verhalen en van de strip. De Nazi’s zagen Superman als verderfelijk. Zeker na het verhaal How Superman Would End the War[3].

Nog voor de mensheid er in slaagde personen naar de maan te sturen was Kuifje er al geweest in On a marché sur la Lune[4] in 1954. Voor Kuifje waren Suske en Wiske al op de maan geweest in De mottenvanger, gepubliceerd in De Standaard van 1948-1949 en in album verschenen in 1957.

Verhalen zijn dragers van waarden (Bijbel, Thora, Koran) en van kennis. Kennis is datgene wat men door studie of oefening geleerd heeft. Kennis is een stap in een proces. Een verhaal is een manier om kennis over te brengen. Een verhaal kan als een spiegel werken. Het kan ons doen nadenken over een situatie, over hoe we zouden reageren als wij in de schoenen stonden van de personages. Een eenvoudig verhaal kan een schat aan kennis bevatten. De ervaring van het personage wordt onze ervaring en wij geven die op onze beurt weer door.

Verhalen worden vaak gezien als niet wetenschappelijk. Want wetenschap is toch de waarheid? De wetenschap bestaat uit bewezen feiten. Dus verhalen zijn educatief niet ideaal. Toch niet, want verhalen zijn een krachtig communicatiemiddel. Een verhaal is, net als een beeld, concreter dan abstracte begrippen. En met abstracte begrippen krijgt een schoolkind veel te maken. Goede verhalen bezitten levensechtheid en waarschijnlijkheid. En we hebben al aangetoond dat verhalen vertellen iets natuurlijk is, de mens denkt als het ware vanzelf in verhaalvorm. Als er in de klas meer verhalen worden gebruikt zal de leerling de leerstof naar zich toe trekken en persoonlijk in zich opnemen.

Bij verhalen is er geen sprake van een generalisatie, want dat is niet boeiend. De levensechtheid, het betrekken van mensen, maakt dat verhalen zo sterk zijn. Want wat boeit een mens nu het meest? Toch wel een ander mens. En verhalen gaan over andere mensen. Bij droge (wetenschappelijke) feiten is er geen ruimte voor iets onverwachts. Dus geen spanning en dat hebben verhalen wel. Verhalen kunnen evengoed vragen oproepen en aanzetten, en stimuleren tot kritisch denken.

Einde van dit deel.


[1] Uitgegeven door Timely Comics (later Marvel) en is het debuut van Captain America. Captain America was een creatie van Jack Kirby en Joe Simon.

[2] De Daredevil van Lev Gleason Publication is niet dezelfde als de Marvel Daredevil. Lev Gleason Publication publiceerde o.a. Crime Does Not Pay. De uitgeverij hield op de bestaan in 1956.

[3] Verhaal kwam uit in februari 1940 door Siegel en Shuster. De SS reageerde in hun officiële blad Das schwarze Korps in april 1940.

[4] Vertaalt als Mannen op de maan, het 17de album in de reeks Kuifje van Hergé. Het is het vervolg op Objectif Lune (Raket naar de maan) uit 1953. Beide zijn uitgeven bij Casterman.



zaterdag 20 juni 2020

Hoofdstuk 1: Storytelling Art. Deel 3

Vervolg op: Storytelling Art deel 2.

We keken naar de kracht van verhalen en gaven als voorbeeld rotstekeningen. Maar wat het doel van deze rotstekeningen juist waren, weten we niet zeker. 

Combinatie van beeld en vertellen.

Een combinatie van beeld en vertellen waar we wel zeker van zijn, zien we bij de Duitse Bänkelsänger. Deze vertellers bleven actief tot in de jaren 1940. De verteller of zanger ging op een bank staan en gebruikte een stok om de afbeeldingen aan te duiden. Deze manier van vertellen, noemen we ook wel canta historia ofwel gezongen verhaal en nog andere namen doorheen de wereld. Wat ze allemaal gemeen hebben is dat er een verhaal vertelt of gezongen wordt en daarbij verwezen wordt naar een serie van beelden.

In Azië waren het vooral religieuze verhalen die verteld werden en deze vertellers hadden lange horizontale vellen met beelden op. Deze komen vandaag de dag nog steeds voor in Azië. De Kamishibai is zo’n voorbeeld van een verteltheater aan de hand van beelden. In de boeddhistische tempels gebruikte de monniken houten theaters en emakimono (rol met beelden) om de religieuze verhalen te vertellen. De kamishibai bestaat nog steeds en heeft zijn opmaak ook in het Westen gemaakt. 

In de digitale wereld krijgt het vertellen van verhalen een nieuwe vorm. Toch is de nood aan verhalen en vertellen niet afgenomen door de technologie die alsmaar blijft groeien en door het alomtegenwoordige internet. Storytelling is een kunst die zowel modern als oeroud is. Verhalen slaan bruggen over verscheidenheid en conflicten, zij overspannen generaties. Verhalen zijn een visie op de universele menselijke erfenis.

Digital storytelling is de modernste uitdrukking van een oeroude kunst. Bij deze digitale verhalen komen woord, beeld en klank samen, hierdoor krijgen we een extra dimensie. Verhalen worden nu wijd verspreid door sociale media. Hier worden ze verweven met andere verhalen. In die zin is Facebook of Instagram één groot verhalenboek: een verhalenboek met verschillende gezichten die verweven worden tot bijna één geheel.

Wordt vervolgd...

 Afbeelding: Hieronymus Hess (1799–1850), Bänkelsänger in Basel (tussen 1830 -1850).


dinsdag 9 juni 2020

Vervolg: Hoofdstuk 1: Storytelling art

Vervolg op: Storytelling art deel 1.

Dat wij, als mens, verhalen vertellen is zo oud als de mens zelf. De drang om verhalen te vertellen is niet pas ontwikkeld. We kunnen dus stellen dat ook de prehistorische mens verhalen vertelde. Of hier al een verband is tussen het gebruik van beelden bij het vertellen is enkel giswerk. Wellicht bestaat er vanaf het begin een verband tussen beeld en woord. Over de functie van de grotschilderingen bestaan enkele theorieën. Nemen we het voorbeeld van schilderingen van dieren:

  1. Religieus – magisch: door het dier af te beelden vangen ze de geest en verloopt de jacht minder gevaarlijk. Of stemmen ze de geest van het dier gunstig.
  2. Strategisch: de jacht voorbereiden door bij de afbeelding van het dier, waarop ze gingen jagen, uit te leggen wat het plan is voor de eigenlijke jacht.
  3. Avontuur vertellen – nabeschouwing – les leren: na de jacht vertellen de jagers over de gebeurtenissen aan de stam. Hierdoor kunnen de jongeren lessen leren uit de fouten of successen van de ouderen.
  4. Geheugensteun: bij het vertellen van een verhaal kan een geheugensteun wel eens van pas komen. Het maken van tekeningen bij het leren onthouden van een tekst helpt. Iedereen maakte in de lessen op school wel eens een droedel in de marge van de werkboeken.

 In elke theorie staat het vertellen centraal. Het vertellen om voor te bereiden, om na te bespreken en om anderen te doen leren. Verhalen dienen voor de overdracht van een cultuur. Het zijn meer dan gewone illustraties. We bekijken deze beelden op de wanden van rotsen en grotten als kunst. Maar ze dienden een andere functie dan het puur esthetische. De beelden hadden een specifieke betekenis voor de mensen binnen een maatschappij. In zijn documentaire over de westerse beschaving geeft Kenneth Clark het voorbeeld van het houtsnijwerk op een Vikingschip: wij kijken naar deze drakenkop als een kunstwerk. Dit is niet de oorspronkelijke bedoeling ervan. Net zoals de kruisweg in een kerk niet bedoeld is als mooi kunstwerk om de kerk te versieren.

Åsa Fredell spreekt in haar studie over prehistorische rotskunst[1], over de communicatieve en sociale betekenis van de prehistorische beelden op de rotsen. Communicatief en sociaal zegt zij. Dus, voorbereiden, nabespreken of aanleren.

Fredell ijvert voor een studie van deze beelden in relatie tot zichzelf en tot de andere beelden in het paneel[2] (in dit geval rots). Als we de beelden als een semasiografisch systeem[3] bekijken, worden ze onderdeel van de geschiedenis van het schrift.

De semasiografie is het vastleggen door middel van tekens van een betekenis[4]. Het gaat hierbij om de registratie dat er iets moet onthouden worden in plaats van wat er onthouden moet worden. Een semasiogram dient dus als communicatie maar niet als taalteken. Wat men wil onthouden en meedelen wordt in een beeld vastgelegd, dit noemen we pictografie. Wanneer deze beelden in een rots gekerfd zijn noemen we dit een petroglief. Een petrogram is dan een tekening op een rots aangebracht met kleurstof.

 Het is mogelijk dat de rotstekeningen begonnen zijn als semasiografisch in de vorm van petrogliefen of petrogrammen. Hierbij bestaat de mogelijkheid dat bv. de afdrukken van handen op grotwanden dienden als geheugensteunen zoals een knoop in een zakdoek: wat men moest onthouden dient via associatie terug te komen. De tekeningen op rotsen beroepen zich op visuele associaties, afspraken en het geheugen[5].



Wordt vervolgd.

[1] Volledige titel van het hoofdstuk: To Let the Pictures Talk: Possibilities and limitations in the interpretation of prehistoric figurative rock art. Fredell, 2004.

[2] Fredell, 2004, p. 138.

[3] Vertaling van het Engelse semasiographic system in Fredell, 2004, p. 147.

[4] van Bork, Delabastita, & van Gorp (et.al.), 2012.

[5] Fredell, 2004, p. 140.


donderdag 4 juni 2020

Hoofdstuk 1: Storytelling art

Then comes the beating of the drums and the telling of tales.

 

Verhalen maken deel uit van het menselijk leven. Van de sjamanen, de Griekse rapsode en de Keltische bard, van de troubadours, minnezangers tot de hedendaagse romanschrijver, singer-songwriter, acteurs en de nonkels op familiefeesten, allemaal vertellen ze een verhaal en maken ze deel uit van een verhaal. Iedereen kent de momenten aan tafel wanneer er verteld wordt van ‘de goeie oude tijd’, waarin verhalen komen van de jeugd van vader, moeder of grootouders. 
Wanneer we thuiskomen vertellen we, aan tafel of bij het aperitief, hoe onze dag geweest is. Verhalen staan aan de oorsprong van iets nieuws; zoals een relatie tussen personen, een nieuwe kunststroming, een uitvinding… Telkens vertrekken we vanuit een idee, dat omkaderd wordt in een verhaal om anderen te overtuigen.

Dit zijn allemaal voorbeelden van storytelling. Verhalen gaan niet alleen over helden of spannende gebeurtenissen. Iedereen heeft een verhaal te vertellen. Ook onze (auto)biografische verhalen hebben dezelfde structuur als de legenden, mythologieën of romans.

Een verhaal komt in verschillende vormen, het kan de vorm van een schilderij, tekst, architectuur, muziekstuk… aannemen. De oudste vorm van verhalen liggen in de orale traditie. Het was vaak de stamoudste die verhalen vertelde. Deze verhalen waren de identiteit, de grens en de reputatie van een stam. Een andere stam had immers andere verhalen, net zoals de ene familie andere verhalen heeft dan een andere familie.

Verhalen verbinden individuen tot een gezin, straat, dorp, land en tot een bepaalde cultuur. De leden van een stam waren verbonden door de verhalen. Een familie wordt op dezelfde manier bijeengehouden: zij delen gezamenlijke gebeurtenissen. Uit deze gebeurtenissen ontstaan verhalen.

Het zijn verhalen die aan de wieg staan van cultuur, die een cultuur dragen en overdragen. We zien dat verhalen vertellen nog altijd een belangrijk deel is van ons leven en geregeld terugkomt op feesten, bijeenkomsten en onderonsjes. We vertellen verhalen om kennis over te dragen, te ontspannen, te relativeren. Storytelling is de kern van onze menselijke ervaring.

We vertellen verhalen om te duiden wat belangrijk is, om het mysterie van het leven te begrijpen en betekenis te geven. Verhalen geven structuur aan ons leven. Net zoals de eerste mens alle dieren een naam geeft, vertellen we verhalen om structuur te krijgen en te houden.

Verhalen zijn van levensbelang en dienden als schepping voor de eerste wetten. Iedereen herinnerde zich de boeiende verhalen, zodat ze doorgegeven konden worden aan volgende generaties. Zonder het doorgeven van verhalen kon een jongen geen jager worden, konden de vrouwen geen gebruik maken van de kennis over genezende planten. Het vermogen om verhalen te vertellen maakt dat we, fragiele mensen, er nog steeds zijn.

Verhalen geven betekenis aan de wereld rondom de mens. Een wereld dat hij niet kan bevatten, dus begint de mens verhalen te verzinnen over waarom er bv. bliksem is. Een belangrijke bron van verhalen is de verwondering over de dood. Waarom sterven mensen? Bij de verwondering om de dood, het contrast tussen leven en dood is het begin van religie. En dus is het begin van religie ook een verhaal.

Wordt vervolgd.